Théophile Steinlen

steinlen

Théophile Alexandre Steinlen (1859 – 1923)

Wie kent hem niet, de zwarte kat met z’n gerafelde staart die hautain met zijn gele ogen de wereld inkijkt?
De titel van de cabaretposter ‘Tournée du Chat Noir avec Rodolphe Salis’ is wellicht voor velen onbekend, maar eenmaal een blik in de ogen van deze kater, en niemand die dit werkje ooit nog vergeet. Wie was de man achter deze geslaagde schepping, een groot kunstenaar of een enorme kattenliefhebber? Wellicht beiden. Dat Steinlen verzot was op katten en poezen, blijkt alleen al uit de naam die zijn huis in Parijs droeg: ‘Cat’s Cottage’.
Een antwoord op de vraag of hij een meester was, is minder makkelijk te beantwoorden. Sommige kunstcritici vonden hem eerder een journalist dan een kunstenaar. Steinlen scheen deze kritiek niet negatief op te vatten en gaf de volgende repliek: ‘Een echte kunstenaar hoeft niemand te plezieren. Hij dient de waarheid, precies zo als de wetenschapper’.

‘Le chat noir’
Steinlen groeide op in Zwitserland in een omgeving waarin tekenen en schilderen heel gewoon was. Als puber kreeg hij tekenles op school. Het was de bedoeling dat Steinlen zich, na zijn studie filosofie in Lausanne, zou gaan wijden aan de religie en pastoor zou worden. Echter zonder diploma verliet hij in 1879 de universiteit om te gaan werken in een textielfabriek. Hier hield hij zich bezig met het ontwerpen van textiel. Een paar jaar later vertrok hij met zijn vrouw naar Parijs, aangemoedigd door de bevriende schilder François-Louis David Bocion (1828 – 1890). In de kunstenaarswijk Montmartre maakte hij al heel snel kennis met een groep cabaretiers,
schilders en componisten, die hun vertier zochten in de club ‘Le chat noir’. Zijn vriend Salis verzorgde in deze club de optredens waarvoor Steinlen vele posters zou gaan ontwerpen.

Verteller of kunstenaar?
Naast Alphonse Mucha en Toulouse Lautrec werd Steinlen geprezen als een van de leiders in de Franse affichekunst. De produktie van zijn posters is even divers als zijn persoonlijkheid, de een sober en sereen, de ander expressief en uitbundig. Omdat hij zijn stijl telkens aanpaste aan het af te beelden onderwerp, werd hij door velen eerder als een ‘chroniqueur’, een verteller, dan als een kunstenaar beschouwd. Anderen roemden deze diversiteit en zien zijn universele geest juist als een teken van kunstenaarschap. Ook in andere aspecten is Steinlens uiteenlopende aard waar te nemen: hij legde zich niet alleen toe op het vervaardigen van affiches, maar experimenteerde ook met vele vormen van prentkunst, maakt tekeningen, olieverfschilderijen en bronzen beelden. Maar in zijn liefde voor de kat blijkt Steinlen zeer consequent: gedurende zijn hele leven en in bijna al zijn kunst speelt dit wezen de hoofdrol.

De kat in Steinlen
In de loop van de 19de eeuw werd de kat in de kunst steeds meer gezien als het symbool voor de poëzie, van het verlangen zonder een gezicht, zonder naam, van creativiteit en inventiviteit, en van een leven zonder grenzen en regels. Van Steinlen word gezegd dat hij de kat in al deze gedaanten weergaf, maar op een manier alsof hij deze sferen zelf proefde en beleefde. De kleinste bewegingen, de meest subtiele impulsen, de diepste dromen, alles wordt haarscherp door de kunstenaar waargenomen als ware hij een gelijke. Het zieleleven van de kat, vals, in slaap, elegant als een poema in de bomen of wachtend op de deurmat met een vragende blik omhoog, geen gedaante lijkt Steinlen vreemd. Verering of een tijdelijke gedaanteverwisseling, observatie van binnen en van buiten, Steinlen is meer dan een meester in het begrijpen van de kat.